Zondag 1 januari 02.15. Ik zet mijn glas neer. Dat was het dan, mijn laatste druppel alcohol tot 8 juli. Ik had besloten de Altriman te doen, mijn eerste hele triatlon, en niet zomaar eentje. "De zwaarste triatlon van Europa", zo zeggen ze zelf. Twee dagen later begon de training (ik had al een paar halve triatlons gedaan, maar goed, dit was wel even iets anders): een rondje IJsselmeer.
Vrijdag 7 juli. Mijn fiets staat tegen de tent in Les Angles. Sinds mijn laatste glas champagne ben ik 9500 fietskilometers, 840 loopkilometers en 150 zwemkilometers verder. De voorbereiding zit erop. De sfeer is goed, de halve camping is bezig met de Altriman, iedereen ligt zoveel mogelijk in zijn tent of hangt in zijn hangmat. Het weer is goed, de vooruitzichten zijn prima. Een nachtje lekker slapen, en dan om 04uur de wekker en gaan.
Zaterdag 8 juli. Een nachtje lekker slapen zat er niet in. Woelen, draaien, keren, de wedstrijd heb ik al een keertje of 50 volbracht. Nadat ik rond 00.30 een kleine angstaanval kreeg omdat ik de slaap maar niet vatte, ging opeens de wekker. Toch nog 3,5uur slaap gekregen, het is wat het is. Pap maken, eten, en hup naar de start. Daar aangekomen is het al druk. Spullen klaarleggen, wetsuit aan, shit, toch nog even... shit. Wetsuit uit, snel naar de wc, het zal niet de laatste keer zijn vandaag.
Toch nog op tijd bij de start, en daar is iedereen opvallend ontspannen. Geen opgefokte sfeer, maar lachende deelnemers, die elkaar op de schouders staan, en er zin in lijken te hebben. Ik zwem nog even 50 meter in, het water is warm, en ga op de kant staan. The Final Countdown klinkt uit de boxen, mensen schreeuwen, en vuurwerk ontvlamt. Het is aan. Ik sprint het water in, en focus op de groene laser, waar ik geacht word naartoe te zwemmen. Erm, maar waar is ie? Ik volg wat voeten hier en daar, krijg wat klappen, kom vrij, en zie de laser eindelijk. En dan weer niet, wat slagen schoolslag, borstcrawl, en eindelijk zie ik m dan echt. Rustig in mijn ritme komen, is het devies. Na een tijdje zwemmen zie ik koplampen van een auto en ik gok dat ik daar naartoe moet. Bingo, de eerste boei is in zicht. Ik ijk uit het water en zie niet heel veel armen voor me. Van de boei terug naar de kant voor een Australian exit. Tijdens de tweede ronde is het al iets lichter, en passeer ik twee mensen en probeer naar een groepje voor me toe te zwemmen, wat vrij makkelijk lukt. Even uitpuffen, en op het laatste recht stuk vol gas. Uiteindelijk als 10e het water uit. Prima.
De wissel gaat niet zo snel, ik heb ervoor gekozen om een normale bib met wielershirt aan te trekken. Ik zal zo'n 9uur op de fiets zitten, dat zie ik niet zitten in mijn trisuit. Het fietsen is geweldig. Hartslag 140 (omslagpunt is 155), 9uur lang, categorie 4, 3, 1, 4, 3, 1, 2, HC en 2 klim. Op en af. Elke 30 minuten een gelletje, op het hele uur gecombineerd met een stroopwafel, wafel of energiereep. De eerste drie klimmen gaan top, ik word in de afdalingen wel ingehaald, bergop maar door 2 deelnemers. Dan volgt een glooiend stuk waar ik 6 hele dunne Fransmannen en Spanjaarden voorbij knal. Dit kan ik beter, ze zullen me later bergop lachend weer inhalen, maar nu voelt het goed. De Col de Dent is een 1ste categorie rukklim, waar je denkt er te zijn, en dan volgen er nog 2 kilometers a 12%. Pfff. Daarna het knalstuk: de Port de Pailhères, HC, ik haal niet het KOMmetje van Laurens ten Dam niet (LOL). Bovenop verandert de regen in hagel, de wind zorgt ervoor dat ik bang ben dat mijn collega's van de bergwand af gaan waaien. Nadat ik heelhuids ben afgedaald, begin ik aan mijn laatste klim, categorie 2. Rustig peddel ik naar boven, het lopen moet nog beginnen.
Na een lange wissel met sanitaire stop, begin ik aan de marathon. Of beter gezegd klim-a-thon. De eerst 5 kilometer gaan vlak, en lekker, a 10 km per uur. Maar daarna begint de hel. Duizend hoogtemeters moet ik overwinnen, 5,5 uur doe ik erover, ik duik drie keer in de bosjes, wil 500 keer gaan wandelen, maar doe dat niet. Ik dribbel, ik strompel, maar ik wandel niet. De nacht valt en met een lampje op, voltooi ik de laatste 5 kilometer. De laatste 500 meter zijn geweldig. Iedereen klapt, juicht, en schreeuwt. En dan de finish. Eindelijk. Na 16,5 uur heb ik de zwaarste triatlon van Europa volbracht. Mijn eerste hele, en ik vermoed niet mijn laatste.