Deze kleine plaatselijk halve marathon van afgelopen zaterdag zou het doel zijn van een aanval van mijn PR op de halve marathon. Ik zit dit jaar in een voor mij sportieve reeks van successen dus dit was het moment. Het oude PR stond op 1:47 en was 1,5 jaar oud. Dat was behaald op de halve van Etten-Leur. De lezer raadt het al: ik ga voor de grootst mogelijke evenementen (met een zachte "G"). Mijn doel was op gemiddeld 5:00 min/km te lopen. Dat geeft een eindtijd van 1:45:30. Die 5 min/km is in mijn hardloopcarrière een psychologisch drempel. Eerst was het doel 5 km op 5 min/km, toen dat gelukt was de 10 km, vervolgens de tien Engelse mijlen en nu de halve. Geen idee waarom die 5:00 min/km belangrijk voor mij is. Het rekent in ieder geval wel makkelijk.
Mijn aanloop naar de poging bestond uit het voortzetten van mijn trainingen van de halve triathlon: door de weeks super zware intervallen op de spinfiets, loopband en zwembad. Het interval op de loopband zijn stukken van 1 tot 1,5 minuten op 16,5 km/h en dan weer terug naar 9 km/h. Die intervallen zijn voor mij op het randje van nog kunnen ademen. Maar naar mijn mening moet je je lichaam "beheerst" naar het randje laten gaan om je prestatie te verbeteren. In het weekend is er dan plek voor een zeer langzame looptocht van minimaal 2 uur en/of lange fietstochten van minimaal 3 uur.
De laatste week heb ik een gok gewaagd door toch de intervaltraining te doen. Die was op dinsdag, 4 dagen voor de wedstrijd. Ik twijfelde omdat elk zichzelf respecterend gremium predikt dat je geen zware trainingen meer moet doen in de week voor je wedstrijd. En daar heb ik me tot nu toe aangehouden. Maar elke keer had ik tijdens een race het gevoel niet op scherp te staan vanwege de bewuste stap terug. Ik wilde kijken of dat met een interval vlak voor de race ook zo was. Nu ik conditioneel up tot date was had ik alleen nog met de temperatuur te maken. En die was ook goed, zelf perfect omdat het gedurende de race regende en laat dat nu voor mij een bonus zijn.
Ik liep samen met een collega en hij is een zeer ervaren loper (50+) met een recente tijd van 1:42 op de halve. Het leek ons dus een goed idee om samen te lopen. Er startten ongeveer 35 deelnemers op de halve. De eerste km's gingen wat te snel maar dat vond ik niet erg, ik kan mezelf na de rush van de start goed tot kalmte manen en dat bleek weer te kloppen omdat km 3 op 5:02 zat. We hadden een paar mensen voor ons lopen en dat was ons richtpunt. De km’s 4 tot 10 gingen allemaal onder de 5 min/km. Ik heb minimaal gedronken onderweg, zeer tegen mijn zin in maar nu wilde ik weinig tijd verliezen door veel te drinken. In totaal heb ik een liter water gedronken en op km 13 een gelletje op water basis. Tot zover mijn voedingsschema.
Op km 11 zette mijn collega, zonder overleg, aan en ik volgde. Ik kon geen reden verzinnen waarom ik niet zou volgen: ik voelde me goed, mijn hartslag was oké (rond 160, 90% van max hartslag) en het liep gewoon als een trein. De km tijden lagen nu rond 4:45 min/km en ik vond het een avontuur om te kijken hoe lang ik dit zou kunnen volhouden. Gelukkig ging dat heel lang goed. Mijn hartslag ging iets omhoog, mijn benen deden mee en mijn adem ging ook mee. Vanaf km 18 wist ik dat ik ver onder de 5 min/km zou gaan eindigen. Mijn gemiddelde lag toen op 4:49 min/km. Pas op km 20 moest ik mijn collega 100 meter geven en dat was bij de finish nog steeds zo. Ik werd op 1:42 en een beetje afgevlagd en ik voelde me prima, alsof het een sprintje was die ik zojuist gedaan had. Mijn collega lag in de touwen en vertelde me met een grote grijns dat hij mij voor wilde blijven maar dat hij diep moest gaan. Ik heb hem uitvoerig bedankt, de versnelling halverwege had ik alleen nooit gedaan. Mijn plan was onder of op de 5 min/km blijven en zeker geen gekke dingen doen onderweg. Uiteraard was er de negatieve split: de tweede helft ging 2 minuten sneller dat de eerste helft. Nog steeds ben ik blij met dit resultaat. Voor mij is dit de bevestiging dat mijn intervallen vruchten afwerpen. Niet alleen sportief maar ook tijdstechnisch: voorheen deed ik door de week lange zware tochten aangevuld met in het weekend nog zwaardere en nog langere tochten. Ik was dus veel tijd kwijt. Maar nu ben ik met mijn intervallen door de weeks met hardlopen 40 minuten kwijt en met spinning 60 minuten. Zwemmen en sportschool zijn er ook natuurlijk maar die zijn minder belastend voor mijn gestel.
En ja, dat had ik van te voren kunnen weten door beter te studeren op trainingsschema’s maar ik ben eigenwijs dus moet het zelf kunnen uitvinden en ervaren. Tot slot, van de ca. 30 deelnemers was ik nog een van de traagste dus het niveau was wel hoog voor zo’n klein loopje. Op naar de volgende uitdaging.
Je moet sneller dan de klos zijn.