Hier een verslagje van een fietstocht die ik afgelopen maandag heb gedaan: cycling4climate (C4C), de 375km versie.
https://cycling4climate.nl/classic/
'Heee Robin' zegt een collega, 'ik organiseer de deelname van ons aan de C4C, jij fietst toch ook?' Shit, net nu ik klaar was met mijn uitdagingen dit jaar voel ik dat ik weer ja ga zeggen op dit verzoek. 'Waar gaat het over" vraag ik? Het is een fietstocht langs de denkbeeldige kustlijn als we niks doen aan het klimaat. 'Ah' zeg ik. 'Hoelang is de tocht" mijn collega zoekt het op en meldt '125 km of 375 km' Koortsachtig denk ik na en ga rekenen: het is 7 dagen na de halve van Terheijden dus ik zou net hersteld zijn. Denk ik? Hoe lang fietste ik ook al weer op de taxc van de winter? 10 uur toch? Als ik een gemiddelde haal van 28 per uur met 2 uur pauze, hoe lang doe ik er dan over? Hoe laat vertrekt de laatste bus naar Breda? En welke collega's willen nog meer die 375 km doen?
Half zes, afgelopen maandagochtend sta ik bij de start samen met ca. 150 deelnemers en praat wat met een van onze bestuurders die tevens het startschot geeft. 'heb je er zin in" vraagt hij. 'Nee' zeg ik 'maar dat is een goed teken omdat de nummers je bang moeten maken. Dan blijf je scherp.' Waarom had ik niet gewoon nee kunnen zeggen?
We vertrekken en meteen zit ik een groep die er met 35 gem. overheen ramt. Ik zit in een peloton en dat voelt goed, ik zie gemiddelden over 5km van 33 en 34 per uur. Langzaam voel ik me onrustig worden: we knallen over kruisingen, wegen, stoepranden en ik geniet absoluut niet. Ik zeg nog tegen een deelnemer dat ik normaal gesproken 99% van mijn km's alleen afleg. Dus dat ik hier aan moet wennen. Maar achteraf kon ik niet genieten omdat ik alleen maar aan het remmen en optrekken was. De omgeving is een grote flits.
Ik hou het vol tot Den Bosch, de eerste verzorgingspost na 60 km. Ik stem af met mijn collega's en die hebben eigenlijk hetzelfde. Dit gaat wel heel hard. We gaan met een ander groepje mee die iets langzamer gaat. Volgende stop is Utrecht. Na een uurtje voel ik mee weer onrustig, weer kan ik niet genieten en zit onnodige energie te verbranden omdat ik gefrustreerd ben. Ik los en ga weer genieten. Nadeel is wel dat er windkracht 3 staat en uit het Noorden waait. Precies waar ik heen moet: Groningen. Ik fiets alleen naar Utrecht. Vlak voor Utrecht zit ik weer in een groepje dat wel mijn tempo fietst. Dit is wel wat denk ik.
In Utrecht tref ik mijn collega's weer en vertel ze dat ik niet met ze mee ga maar in een andere langzamere groep. Ze zijn niet overtuigt en halen me over om toch bij ze te blijven: collega's: dus samen uit en samen uit. We vertrekken richting Harderwijk: leuk -want ik heb daar op de MTS gezeten- en ben geboren en getogen in die streek. De rit naar Harderwijk is veelzeggend: ik kan geen of nauwelijks kopwerk doen, en ik zit nog niet eens op de helft. Alles doet zeer, ik ben verzuurt en die wind is in mijn gedachte tot orkaankracht gestegen. Ik moet wel in de groep blijven want anders zit ik de volgende 8 uur in mijn eentje. Ik ben zeer goed in staat mijn eigen doemgedachtes te creëren. Ik haal Harderwijk maar app het thuisfront dat ik in Zwolle (ongeveer 2 uur verder fietsen) op de trein naar huis stap. Ik ben er zo klaar mee! Ik deel het met mijn collega's maar wederom geen begrip: samen uit en thuis. 'Ook al moeten we je duwen Robin" Groepsdruk...
Tussen Harderwijk en Nunspeet ben ik er klaar mee: ik zeg tegen de jongens: 'jullie hebben er alles aan gedaan, dus ga nu maar. Ik haak aan bij een volgende groep" En nu lukt het wel: ze laten me gaan. Rustig tegen de wind in analyseer ik het geheel: ik weet dat ik als eerste gestart ben en alleen die hele snelle groep is voor mij. En nu dus ook mijn collega's. Dat houdt in dat er nog ca. 135 man achter mij zitten. Dat kunnen individuen zijn maar ook groepen. Dus ook de groep met wie ik Utrecht binnen reed. Ben ik kapot? Ja, maar het voelt niet meer beklemmend omdat ik niemand meer tot last ben. Ik heb mijn eigen lot weer in mijn handen en ik voel me sterker en sterker worden. Op het moment dat ik Elburg (geboren en getogen Elburger) binnen fiets weet ik het: ik ga het halen. No way dat ik in Zwolle in de trein stap. Ik kijk terug in mijn Garmin en zie dat ik alleen bijna net zo snel fiets als met de collega's tegen een zelfde of lagere hartslag. Dat geeft zoveel vertrouwen dat ik de glimlach op mijn gezicht voel gloeien.
'ik ga het halen' De volgende stop is Dalfsen en daar zie ik mijn collega's weer: 'hoe is het?' vragen ze bezorgd. Ik zeg: '100% beter dan in Harderwijk' De collega's waren 10 minuten eerder dan mij bij de verzorgingspost in Dalfsen. Zo klein is het tijdsverschil maar zo groot is het verschil in gevoel en beleving bij mij: van denken aan stoppen tot genieten en zeker weten dat je het gaat halen.
Op weg naar Oosterwolde, de laatste verzorgingspost, fiets ik nog steeds alleen en heb daar vrede mee. De wind is een beul. Maar niet voor mij: gemiddeld 28 per uur. Prima. Regelmatig loop ik in gedachte langs mijn lichaam: geen serieuze problemen. Ja natuurlijk, na 250 km fietsen is het beste er wel vanaf maar de gedachte dat ik haal is de beste sportgel die er is. Stiekem hoop ik wel dat er een groepje langskomt. Ik ga het sowieso halen maar ff knallen is ook wel leuk.
En dat groepje kwam vanzelf. Het was het groepje waarmee ik Utrecht binnenreed. Ik kon kopwerk doen en voelde mee prima op mijn gemak. Ik kreeg als kopman op km 310 te horen "gaatje" Het teken voor mij dat mijn benen echt goed waren. In Oosterwolde nog wat stroopwafels gepakt en als groep telden we af: als één fietste we naar Groningen. Iedereen was stuk, iedereen wilde het halen. Prachtig: zo hoorde het!
Rond half acht klokte ik af: 372 km, in-het-zadeltijd 12 uur 21 minuten, gem. 29,3 km/h en totaal aan stops en stoplichten 1 uur en 20 minuten.
Ik ben nog nooit zo onder de indruk geweest van mijzelf. Van half dood op de helft naar springlevend bij de finish. Mijn slotconclusie: pas toen ik weer controle had -of dacht het te hebben- kon ik herstellen en was ik klaar voor de rest.
Je moet sneller dan de klos zijn.