Zondag 6 augustus. Ironman Maastricht.
Mijn eerste volledige triathlon als doel voor 2017. Geen stress, geen zenuwen, geen faalangst.
Maar ik had mezelf wel een doel gegeven. Ookal was tevreden geweest met alles onder 12u, ik had graag een finishfoto waarop 10u59 op stond vermeld. Of minder!
Mijn wekker liep af om 4u20 na een toch behoorlijke nachtrust. Mezelf langzaam aan klaar gemaakt en dan ben ik richting ontbijtruimte vertrokken van het hotel, waar al mededeelnemers hun ontbijt naar binnen werkten. Niet veel later naar de wisselzone vertrokken voor de laatste voorbereidingen;
1 bidon in het frame, mijn bidon op het stuur gevuld met water en zout en als laatste al mijn energierepen ontdaan van hun plastic jasje zodat ik ze direct uit mijn frametas kon nemen tijdens de wedstrijd.
De dag ervoor had ik nog snel een papiertje gemaakt waarop ik de kilometers had geschreven van de bevoorradingen op het fietsparcours.
Mijn grootste angst was de 4de discipline – voldoende eten en drinken. Tijdens trainingsritten durfde ik daarin wel eens te falen…
Ik had mezelf opgelegd om telkens een volledige bidon op te drinken en op elke bevoorrading een nieuwe aan te nemen.
Toen het 7u was, dan maar de wetsuit aangetrokken om in de startrij te gaan plaatsnemen.
Tijdens mijn halve triathlon als voorbereiding had ik 1.9km gezwommen in 32’, dus neem ik braafjes plaats in het vak tussen 1u – 1u10.
Uiteindelijk tegen +-7u30 het water kunnen induiken voor de +-3.8km zwemmen. Groot was mijn verbazing dat ik bij de Australian exit nog maar 28’ op de teller had staan, nog groter was diezelfde verbazing dat ik na de zwemproef 1u03 op mijn horloge las!
Ik had nochtans op een rustig tempo gezwommen; rustig door de neus blijven uitademen, wat letten op de juiste techniek, …
Zou ik dan – voor misschien de eerste keer – recht hebben gezwommen in plaats van te zigzaggen in het water?
Toen ik in de tent aankwam, was er een zeer gemoedelijke sfeer; er werd rustig gewandeld, rustig zoeken naar een plekje om je om te kleden, … Tja, mijn tijd liegt er niet op, net iets meer dan 7 minuten voor T1…
Dan de fiets op, om de 180km te volbrengen – nu ja, net iets minder.
Ik had het parcours op voorhand verkend, dus ik wist dat het een ronde perfect was te verdelen in 3 zones:
1. km 1 tem km 40: de zone waarin we de meeste hoogtemeters kregen
2. Km 41 tem km 62: de rolling hills tussen Hallembaye en het kanaal
3. Km 63 tem km 90: de vlakke zone.
Ik vind dalen op de fiets verschrikkelijk, maar ik klim wel graag. De eerste 40km heb ik me dan ook laten gaan met slechts een beperkte blik om mijn hartslagmeter.
Het was vooral genieten van de sfeer om de beklimmingen dat we onder onze wielen voorgeschoteld kregen. De rolling hills konden snel worden gereden en zone aan het kanaal was nog sneller.
Bij de 2de ronde was er wel wat wind komen opzetten, welke vooral voelbaar was op de “rolling hills”,
ofwel het gedeelte tussen Hallembaye en Riemst/Bilzen. Het tempo zakte, maar ook de hartslag ging wat naar beneden.
We hebben van een nadeel dan maar een voordeel proberen te maken: relatieve rust nemen tijdens de wedstrijd zodat de krachten later nog kunnen worden ontplooid.
Soms vond ik de 2de rond een beetje eenzaam: het deelnemersveld lag al zo ver uit elkaar dat je amper een mede-triatleet voor of achter je zag.
Op voorhand had ik wat angst van de houten bruggen, maar deze waren goed aangegeven door de organisatie en perfect te nemen. Een geluk dat het niet regende, ik kan me perfect inbeelden dat het vorig jaar gevaarlijk was op deze bruggen.
In T2 heb ik het wederom rustig aan gedaan, getuige mijn tijd van 0u06.
Al moet ik wel toegeven dat ik toen een korte date heb gehad met één van de Toi-Toi’s.
Dan, als dessert de marathon. Hier had ik het meeste angst voor.
Nog nooit een marathon gelopen, maar dat was van ondergeschikt belang. Eind juni heb ik een ontsteking opgelopen in mijn achillespees waardoor ik eigenlijk moest stoppen met lopen.
Ik heb van mijn huisarts een paardenmiddel gevraagd en gekregen zodat mijn achillespees op 5 weken tijd volledig zou genezen.
Omdat ik mijn “loopspieren & -conditie niet wou verliezen, heb ik toch nog in beperkte mate blijven joggen. Achteraf bleek dit de juiste keuze…
Net als bij het fietsen had ik ook hier een plan waarvan ik niet zou afwijken;
bescherm jezelf tegen de 4de discipline!
Dit betekende dat ik bij elke bevoorrading +-5 a 10 seconden zou stoppen.
Net voldoende om een volledig bekertje drank naar binnen te werken in plaats van te drinken tijdens het lopen en telkens een half bekertje naast mijn mond uit te kieperen.
Mijn plan leek – voor mij althans – een goed plan. Zelfs al had ik nog nooit een marathon gelopen, de man met de hamer heb ik niet ontmoet. Ik kreeg uiteraard wel even een klopje, na ongeveer 25-28km, omdat het steeds pijnlijker begon te worden om terug te vertrekken na een korte drankpauze.
Achteraf gezien; zou ik iets anders doen?
JA: die wissel moet toch veel vlotter kunnen
NEEN: mijn drankstrategie heeft me tot aan de finish gebracht zonder echt mentaal/fysiek dipje… Dat ik een aantal keer het parcours heb moeten verlaten om te plassen neem ik er met plezier bij!
Hieronder de gegevens volgens mijn GPS (horloge en Edge 800)
Swim 1u03
T1 0u07
Bike 5u18 178 km – 1.190 hm
T2 0u06
Run 3u29 41.900m – 200 hm
Eindtijd 10u04
I’m an Ironman,
a proud one!