Ik werd beter wakker dan voor de halve van Terheijden half juni dit jaar. Toen droomde ik dat ik te laat voor het zwemmen was. En iedereen al weg was. Ik pakte nu mijn fiets en rugzak richting Oosterhout. Daar vond de sprint triathlon experience Oosterhout plaats. Georganiseerd door de ironmanagers. De tri vereniging aldaar. Ik had al besloten dat het geen wetsuit voor mij zou worden. Het water is warm en ik had geen zin in de worsteling. Daarnaast vind ik het wel een goeie training zo zonder wetsuit. Met wetsuit ben ik ca. 10 s. per 100 m sneller. Maar het zij zo. Het zwemmen was 375 m heen en weer terug. Ik heb nog nooit zo slecht gezwommen. En nog nooit zo snel. Tot aan de boei was het een rampvertoning. borstcrawl, schoolslag, duikboten, ik kwam niet in mijn ritme. Het was niet druk, ik ben niet getrapt, bespuugd of iets dergelijks. Het lukte me simpelweg niet. Na de boei ging het wel en het rare is dat ik voor mijn gevoel super hard ging na de boei maar bij het raadplegen van de 100 m tijden waren dat de langzaamste 100 m tijden. Mijn gemiddelde was 2.05 per 100m en dat is een PR. Ik klom rap uit het water richting mijn fiets. Ik had het niet koud. Voetjes afdrogen en zonder sokken in mijn fietsschoenen. (sorry Louise geen talkpoeder) Tevreden rende ik met mijn fiets naar het fiets deel. Dat was 20 km in totaal verdeeld over 2 rondes. Mijn strategie was zo snel mogelijk naar hartslag 180. Een kansloze missie aangezien de rechte stukken voor mij te kort zijn/bleken. Ik kwam niet in mijn ritme in zoverre dat ik ervan kon genieten. Ik zag wel dat ik, voor mijn doen, een bizar gemiddelde van 34 aan het rijden was. Maar de afstand tussen rotondes, bochten en taluds was te kort om door te zetten. Iedereen reed achter elkaar. Stayeren: het kon niet anders. Parcours te kort en iedereen op het zelfde stukje Nederland. Er was geen wind. Ook geen zon. Alleen een hoop fietsers, moutainbikers en iemand op een stadsfiets. Met zijtassen. Ik moest daar flink om grijnzen tussen het hijgen door. Ik begon exact 1 jaar geleden in Emmeloord ook op een moutainbike. Eigenlijk had ik dat wel willen schreeuwen naar hem. Het hardlopen begon met koude tenen. Dat merkte ik pas nadat ik mijn hardloopschoenen aantrok. Misschien de volgende keer toch sokken aandoen. Hardlopen, 4 x een ronde over het parcour van de lokale wielrenvereniging. Een prachtige ronde langs een meer, tussen de bomen en langs single tracks van de eveneens aanwezige mtb vereniging. Ik rende tevreden mijn eerste 2 rondjes. Geen rotondes, bochten en ntb motoren. Pas in ronde 4 kwam ik in mijn ritme. Ik liep op de 5 km gemiddeld 4.53. Voor mij normaal in deze omstandigheden. Als ik 2 of 3 km langer had gelopen was dat nog lager uitgekomen omdat ik het net leuk begon te vinden.
Dit was mijn eerste sprint. Ik vond het leuk om te doen. Mijn tijden waren boven mijn verwachtingen. En dat geeft een goed gevoel. Maar ik heb er geen voldaan gevoel over. Alsof ik halverwege uitgestapt ben. Ik blijf zitten met de contradictie dat een triathlon maar 1 afstand heeft; de hele en dat de andere deelafstanden tweede viool spelen. Hebben jullie dat niet? Even voor de duidelijkheid: een halve trio is het langste voor mij tot op heden.
Ik ga daarom 2 dingen doen om te bepalen of ik een sprint vaker wil doen. Ik ga nog een keer een sprint doen en daar ga ik nog harder weg. En ik ga meer intensief trainen. En mijn rookie mistake: mijn groene chip vergeten. Gelukkig had de organisatie een leen exemplaar. Deze sprint is een veilige omgeving om voor het eerst een tri te doen. Organisatie en de officials van de NTB: duizend punten, jullie zijn enthousiast, adviserend en betrokken. En jullie hadden een kurk voor mij omdat ik een stuurdop miste.
Je moet sneller dan de klos zijn.