De wekker ging om 6 uur. Gewoonte getrouw kijk ik op buienrader naar de temperatuur: 9 graden. En ik moet zo 2,5 km zwemmen. Lekker dan. Vandaag de halve triathlon van Terheijden. Nou niet echt een halve; 2,5 km zwemmen i.p.v. 1,8 km. 80 km fietsen i.p.v. 90 km fietsen en 20 km lopen i.p.v. 21,1 km lopen. Maar voor mij is het de halve van Terheijden. Achter bleek dat ik er toch 21 heb gelopen: de meters in de transitiezone zijn er bij geteld door mijn horloge omdat ik het knopje van mijn horloge te snel of te vaak had ingedrukt. Ik was niet zenuwachtig: dat ik het zou halen was zeker, en ik heb in de voorbereiding op de halve voor mijn doen een soort van schema gehanteerd. Die stond niet op papier maar bestond uit intervaltrainingen op zwemmen, lopen en fietsen. De laatste twee in de sportschool omdat ik vind dat je daar geconditioneerd kunt intervallen. Ik heb op de loopband via een app een intervaltraining gemaakt en die draait (letterlijk) hij dan af op de loopband. Het enige wat ik hoef te doen is lopen en niet bezig te zijn met de knoppen van de loopband. Voor de fietstraining geldt hetzelfde: cadans op 90 houden en spelen met de Wattages. Alhoewel de weergegeven Wattages voor mij een getal zijn en ik twijfel of de weergegeven Wattages op zo'n spinfiets wel kloppen met de werkelijkheid. De intervaltraining in het zwembad bestaan uit: zo hard mogelijk naar de overkant zwemmen en daar uitrusten. En dat gecombineerd met flippers en handpaddles. In het weekend is er plaats voor langzame fiets- en looptochten waar ik alleen let op hartslag.
Om 7 uur stap ik op de fiets in mijn trisuit met daarover een shirt met lange mouwen. Het is nog steeds koud. Al fietsend overweeg ik om mijn wetsuit uit mijn rugzak te halen en alvast aan te doen. Dat is wel lekker warm. Ik zie iemand een hond uitlaten en vraag me af wat hij denkt: racefietser met rugzak op deze tijd? Het idee om mijn wetsuit aan te doen verdwijnt naar de achtergrond en ik visualiseer mijn transities nog maar eens. Bij aankomst is het gezellig druk en ik zie een aantal bekende gezichten van vorig jaar en zwemmers uit het zwembad waar ik altijd zwem. Ik zie dat het water 17 graden is. Een van de zwemcoaches van de triathlon vereniging uit Breda hoor ik zeggen dat het koud water was. Shit denk ik: als hij al vindt dat het koud is...... Ik zet mijn spullen netjes weg en draal wat in het rond. Vorig kletste ik door de zenuwen er oplos en ik merk dat ik daar nu geen behoefte aan heb.
Na de briefing, waar de jury nogmaals wees op niet stayeren en afval weggooien op de aangegeven plekken plonsde ik het water in. Het was dus niet koud. Ik ben in het midden gaan liggen van de groep. Vorig jaar lag ik helemaal achteraan maar ik heb inmiddels voldoende zelfvertrouwen om het maar eens in het midden te proberen. En dat was een goeie beslissing omdat: ik denk ik niet ingehaald ben, en, daar ben ik veel blijer mee, als 83e van de 174 deelnemers uit het water kwam. Dus ik hoor niet meer bij de snelste van de langzaamste maar ik hoor nu tot de grijze middenmoot. Ik ben een van de velen! (nooit gedacht dat ik tevreden zou zijn met middelmaat maar met zwemmen is dat voor mij de hoofdprijs) Tijdens het zwemmen wist ik al dat het goed ging, zoals gezegd haalde ik veel mensen in, zat ik goed in mijn ademhaling en kon me richten op de techniek. Gevoelsmatig ging de eerste helft slordig en langzaam en de tweede helft netjes en snel. Dat was dus niet zo: de eerste helft was snel en de tweede helft langzaam. Ik merkte wel dat ik niet heel netjes rechtuit zwom. Of dat de anderen dat juist niet deden. Regelmatig kwam ik iemand tegen die loodrecht langs zwom. Maar dat kan ik zelf dus ook geweest zijn. Uiteindelijk kwam ik op 1:52 min/100m uit het water en toen ik dat zag kon ik wel juichen. Eigenlijk wilde ik al stoppen om het te vieren. Toch maar niet gedaan, maar de rest van de tocht kon al niet meer stuk.
Na een gecontroleerde wissel begon ik aan het fietsen. Mijn strategie was om gemiddeld op 155 hpm te gaan zitten. Dat lukte aardig. In het begin had ik wel moeite om mijn hartslag op 155 te krijgen zonder te verzuren. Na 40 km ging het beter en kon ik ook gaan versnellen. En ik voelde dat het goed zat. Op de stukken waar we wind mee hadden moest ik inhouden om op mijn hartslag te blijven. Fietsen blijft voor mij als hardloper toch iets raars. Je zit letterlijk en je hoeft alleen maar de voeten te laten draaien. En bidden dat je niet lek rijdt en zo je mooie gemiddelde verknalt. Daarom dacht ik de avond ervoor dat het goed zou zijn om de banden nog even op te pompen. Ik zette het handpompje op het ventiel en begon met pompen. Mogelijk dat mijn krachttraining een bijdrage leverde maar ik zette zoveel kracht dat ik het metalen ventiel door midden brak. Poeh, dacht ik. Mooi dat het nu gebeurt en niet morgenochtend. Het fietsen blijft een kwestie van rondjes draaien. Ik heb weinig tot geen mensen zien stayeren. Waar dit vorig jaar in het dorp zelf wel gebeurde door de drukte heb ik het zelfs gisteren daar niet gezien. Ik denk dat de startvolgordes anders waren dan vorig jaar want het was gezellig druk op het parcours en nooit te vol of te leeg. Goed voor de toeschouwers. Ik heb 1 man met pech gezien. Die moest terug lopen met zijn fiets. Wat raar was omdat ik hem met lopen weer tegenkwam. Kennelijk mag/kan dat dus. Ik had verwacht dat als je het fietsen niet afmaakt je de rest ook niet meer mag doen. Ook een zware valpartij gezien, althans de val zelf niet maar een man lag op de weg, zijn helm versplinterd. De EHBO was er al bij. Ik heb eigenlijk de hele 80 km in aerohouding gezeten. Soms wat pijntjes in de rug maar een beetje verzitten en dan was dat ongemak ook weer weg. Wel weet ik nu wat met name vrouwen bedoelen als ze blaasontsteking hebben: want dat gevoel heb ik als ik naar de wc ga: pijnlijk! Dat is dus iets om meer rekening te gaan houden d.m.v. een speciaal zadel of een andere stand van mijn zadel. Als ik normaal op mijn fiets zit heb ik er geen last van. Ik hield me ook aan mijn voornemens m.b.t. eten: tijdens het fietsen 1,5 l sportdrank, 1 gel, 1 reep en 1 magnesiumshot. Ook in deze volgorde ingenomen. (behalve het drinken dan, dat ging verdeeld over de tocht). Dat het drinken er uit moest is een natuurlijk fenomeen. Midden in een weiland stapte ik van mijn fiets om even te wateren in de sloot. Een NTB jurylid had dat gezien en vertelde dat dit een reden voor diskwalificatie was. Daar schrok ik wel even van want ik heb me dat nooit gerealiseerd. Achteraf wel logisch en ik mocht mijn weg vervolgen. Ik had het gevoel dat ik de absolute controle had over alles en dat gaf me een heel goed gevoel. Het ging zoals ik het wilde. Naast mijn zadel is het tweede verbeterpunt dat ik op deze afstand misschien nog wel 0,5 tot 1 km gemiddeld harder kan. Gevoelsmatig zat ik net onder mijn punt waar het optimaal gaat. Tevreden met mijn gemiddelde van 31 km/h zette ik mijn fiets weg en klungelde nog even wat met mijn horloge. Dat geklungel zorgde ervoor dat T2 niet gemeten is en dit bij mijn lopen is opgeteld.
Eindelijk mocht ik gaan lopen. Hier was mijn strategie om mijn hartslag naar 165 te laten gaan. Dat was, anders dan het fietsen, geen probleem. Ik moest de eerste km's echt inhouden. Het ging echt veel te hard. Rond de 5 min/km. Ik kreeg de snelheid er maar moeilijk uit. De eerst 10 km ging makkelijk. Wel moest ik om het half uur wat eten. Ik zat dus vrij laag in mijn energie. Na de eerdere aanvaring met de NTB jury besloot ik om mijn sanitaire stop dan maar verstopt te gaan doen waar niemand mij zag. Verderop zag en hoorde ik een loper vreselijk over zijn nek gaan. Benieuwd wat dat was. Ik moest gelijk aan mijzelf denken vorig jaar. Dat ik voorover moest bukken om de krampen op te vangen. Het lopen blijft, net als met fietsen toch een kwestie van je voeten optillen en ik vond alleen het derde rondje zwaar. Ik liep uiteindelijk gemiddeld 5:38 min/km. Kan dat harder? Ja hoor, zonder moeite maar het fietsen gaat toch meetellen. Het vierde en laatste rondje was prettig omdat ik al toeleefde naar het moment waar ik mijn verdiende tijd kon laten noteren: 5:30:13. Een verbetering van ruim 30 minuten t.o.v. vorig jaar. Ik was blij met dit resultaat en daarbij niet overdreven kapot. Zelf nu, tijdens het typen, heb ik geen last van spierpijn of iets dergelijks. Ja, ik ben door de zon verbrand maar dat is dan ook het enige. Tijdens het opruimen nog even nagepraat met andere deelnemers en daarna richting huis. Zelfs dat laatste stukje op de fiets ging makkelijk. Alsof er geen halve triathlon aan vooraf was gegaan.
Ik denk dat deze tijd volgend jaar nog wat scherper kan maar niet meer in stappen van 30 minuten. Ik ben van mening dat de intervallen een grote tot zeer grote bijdrage hebben geleverd aan dit resultaat. Ik was niet heel veel sneller met fietsen dit jaar (gemiddeld 1 km/h) maar ik kwam fris van de fiets af. En dat vertaalde zich in een zwaar maar goed vol te houden looponderdeel. Ik heb geen maagkrampen of iets dergelijks gehad dus daar was ik ook tevreden over. De organisatie was weer vlekkeloos en omdat het zo lekker ging had ik altijd wel een bedankje voor de vrijwilligers klaar. Zij leveren naar mijn mening een veel grotere bijdrage aan het evenement dan ik als deelnemer.
Je moet sneller dan de klos zijn.